De Tweede Kamer wil dat het demissionaire kabinet daadwerkelijk de massamoord op Armeniërs tussen 1915 en 1917 erkent. Tot nu toe gebruikt het kabinet de omfloerste formulering ‘de kwestie van de Armeense genocide’. Absurd, vindt een meerderheid.
Met name de ChristenUnie (de kleinste regeringspartij) probeert al sinds 2004 om de volkerenmoord door het Ottomaanse Rijk volmondig erkend te krijgen door Nederland. De Kamer nam toen een motie van de ChristenUnie aan, die het kabinet opriep om de erkenning in dialoog met Turkije aan de orde te stellen.
Drie jaar geleden erkende de Kamer zelf de Armeense genocide, opnieuw op initiatief van de ChristenUnie. Maar het kabinet houdt nog steeds vast aan de minder scherpe formulering.
Volgens ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind voelen de Armeniërs ruim honderd jaar na de genocide de dreiging van het Turkije van president Erdogan. Die steunde vorig jaar Azerbeidjan in de strijd tegen de Armeniërs in de enclave Nagorno-Karabach. “Deze agressie moet een halt worden toegeroepen”, zegt Voordewind.
Een meerderheid van VVD, PVV, CDA, SP, GroenLinks, SGP, Partij voor de Dieren, 50Plus, Forum voor Democratie en de onafhankelijke Kamerleden Krol en Van Kooten-Arissen steunen hem daarbij. De motie wordt donderdag in stemming gebracht.
De partijen willen verzoening bevorderen en herhaling van de genocide voorkomen. “Daarom is het allereerst van groot belang dat landen zich helder uitspreken. Een ruime Kamermeerderheid roept de Nederlandse regering op dit eindelijk te doen.”