Reisverslag 2018
Dag 1
We zijn deze keer met elf mensen die allemaal op eigen kosten de reis maken. Er reizen nu zes mensen van de Rotaryclub Pijnacker-Nootdorp mee: Cees en Ineke Zuiderwijk, Jan en Leny Jutte en Wim en Leny Verhagen. Van de Stichting Pijnackernaren Helpen Armenië zijn van de partij: Piet en Anja van Daalen, Henny Bos en Sjaak Oudshoorn met Linda Vaandering.
De Rotaryclub Pijnacker-Nootdorp was in 2017 in actie voor Armenië. Er was toen een Rotary-avond waarbij de ambassadeur aanwezig was en bij de Santa Fun Run eind december kreeg ‘Armenië’ een mooie cheque. De belangstelling was gewekt en Rotary gaat ook meewerken aan een aanzienlijk landbouwproject in het dorp Talin. Daarover morgen meer. We reizen morgen daarheen om de mogelijkheden van het project te bekijken.
Na een goed verlopen reis op maandag 4 juni – we vlogen met een tussenstop in Moskou – zijn we vandaag, dinsdag 5 juni, richting Torfavan en Vardenis gereisd, nabij het Meer van Sevan. In Torfavan zijn we al vaker geweest. Dit is een klein dorp waar we in het verleden een irrigatiewaterproject hebben helpen bekostigen. Nu bezochten we drie arme gezinnen met een lek dak terwijl de dorpsleider ook nog aandacht vroeg voor het vernieuwen van de drinkwaterleiding voor 48 gezinnen.
We hebben alles genoteerd en gaan dan aan het eind van de reis een afweging maken. Er zijn altijd meer projecten dan je kunt helpen financieren. Het algemene uitgangspunt is dat we vooral projecten steunen die gericht zijn op structurele verbetering van de basale levensomstandigheden van zo veel mogelijk mensen. Het verbouwen van een school, de aanleg van waterleiding, water en machines voor een coöperatie van boeren en/of tuinders.
Maar ook individuele noodhulp wordt verleend. In Torfavan werd Maria Goris van Little Bridge enthousiast aangesproken door een vrouw van wie de man een hartoperatie heeft ondergaan met 2.000 euro van Little Bridge. Met dit bedrag red je dus een mensenleven. De vrouw was nog altijd blij en dankbaar. Ze had een zoontje van negen bij zich en die kreeg meteen een leuke warme trui uit Pijnacker aangemeten. Hij zat als gegoten en hij kwam van pas: Torfavan ligt op 1960 meter hoogte en het weer is in Armenië nog niet al te zomers op dit moment. Een jas en een lange broek konden we goed gebruiken daar hoog in de bergen.
Na Torfavan gingen we naar het nabij gelegen Vardenis, een stadje met drie omliggende dorpen met een totaal van 16.000 inwoners. Daar zijn 900 arme gezinnen waarvan er 250 heel arm zijn. De burgemeester en zijn rechterhand hadden drie projecten ‘in de aanbieding’: schapen voor de armste gezinnen, een waterproject voor de hele stad en landbouwmachines voor kleinere boertjes die zich zelf geen machines kunnen veroorloven.
Arme dorpsgezinnen voorzien van enkele schapen werkt prima. Een paar jaar terug hadden we zo’n project dankzij een actie van de PKN-kerken in Pijnacker. Er is gras voldoende aanwezig voor de schapen en ze leveren wol, melk en vlees op. Het is echt een eenvoudige manier om een arm gezin een hoger gezinsinkomen te laten verkrijgen. Punt is wel dat schapen in aanschaf net zo duur zijn als in Nederland. Ze kosten honderd euro per stuk. Daar staat tegenover dat ze dat straks ook kunnen opbrengen bij verkoop. De kunst is om vanuit twee schapen een kleine kudde te kweken. Er zijn alleen in Vardenis en omliggende dorpen zeker 250 gezinnen die gebaat zijn bij een paar schapen. Ze hebben zelf het geld niet om ze te komen, dus zullen ze met een microkrediet op weg geholpen moeten worden.
Hoogtepunt – letterlijk vooral – was een rit van bijna tien kilometer met een busje uit de Communistische tijd naar een op 2400 meter hoogte gelegen waterreservoir van waaruit een leiding van zeven kilometer naar het stadje loopt. De leiding moet worden vervangen maar het bestuur van het stadje wilde ook het reservoir laten zien. Uiteindelijk liepen we vast in een weiland, dus dat reservoir hebben we tenslotte niet bereikt. Op de terugweg hadden we daarom tijd om koffie te drinken bij een kleine boer die kuikens van eenden en kalkoenen uitbroedt om zo aan een inkomen te geraken. Een energieke man met een jong gezin die zelf het heft in handen neemt om een bestaan op te bouwen.
Onze Rotaryreisgenoten hebben op hun eerste dag de hoofdstad Jerevan verkend met metro en hoponhopoffbus en al veel mooie indrukken opgedaan. Woensdag 6 juni gaan we met de hele club richting Talin waar een landbouwcoöperatie ons opwacht!
Dag 2
Vandaag bezoeken we samen met de Rotary delegatie uit Pijnacker en twee leden van Rotary Club Yerevan, Iona en Anahit, het landbouwproject in Talin. Door ondersteuning vanuit de Rotary Foundation kunnen we onze bijdragen bijna verdrievoudigen.
Na een mooie rit van anderhalf uur waarin we veel informatie krijgen over de geschiedenis van Armenië en van de omgeving van zowel Benyamin als Maria komen we om elf uur aan in Talin, waar we hartelijk ontvangen worden door de burgemeester Sarkan Aramyan en de president van de landbouwcoöperatie.
De heer Aramyan vertelt met veel enthousiasme over zijn stad Talin waar hij geboren en getogen is en waar hij sinds 5/6 jaar burgemeester is. De geschiedenis van Talin gaat terug tot de 7e eeuw. Momenteel heeft Talin zo’n 8000 inwoners. Sinds de industrie weggetrokken is, leeft de bevolking van landbouw en veeteelt. In 2015/16 is er een nieuwe pijpleiding voor drinkwater aangelegd. Van de twee basisscholen is er éen in 2013 vernieuwd met behulp van de regering. Momenteel wordt de andere school vernieuwd met hulp van een Armeense Belg. Intussen heeft de burgemeester ook gezorgd voor 7-8 km asfalt en verlichting in de stad. Een van de laatste projecten is een zonne-energieproject dat deels gefinancierd wordt door de regering en waar voor een deel een banklening wordt afgesloten.
Daarna bespreken we ons landbouwproject. Het project betreft de aanschaf van verschillende landbouwwerktuigen, waaronder een tractor, een ploeg, een eg, een stapelaar, een aanhangwagen en een kunstmestverdeler. Deze zijn nodig voor de landbouwcoöperatie om een groter deel van de 10.000 ha land die men beschikbaar heeft te kunnen bewerken. Momenteel wordt maar 4000 ha bebouwd. 80% van het project wordt betaald door de regering. 20% moet door de landbouwcoöperatie zelf worden opgebracht.
Wij hebben veel vragen over het project die deels door de burgemeester en deels door de president van de landbouwcoöperatie worden beantwoord.
Concluderend kan worden gesteld dat het een duurzaam en goed project is dat onder supervisie staat van de Europese Unie. De coöperatie is stevig georganiseerd, heeft een kamer in het stadhuis, vergadert iedere maand en heeft inmiddels 140 leden. De leden betalen AMD 10.000, hetgeen een kleine investering is voor wat zij ervoor terugkrijgen. Niet-leden kunnen ook gebruik maken van de diensten van de coöperatie, maar betalen dan 30% meer.
Little Bridge zal nu samen met Rotary Yerevan en Rotary Pijnacker Nootdorp zo snel mogelijk het definitieve projectplan schrijven en indienen bij de Rotary Foundation.
’s Avonds zijn we uitgenodigd in het Grand Hotel bij de Rotary Club Yerevan, de moederclub van de inmiddels 5 Rotary Clubs in Armenië. Na de opening van de bijeenkomst waarbij het volkslied wordt gezongen krijgt onze Rotary de gelegenheid het project toe te lichten. Voor het goede begrip wordt steeds van en naar het Armeens vertaald. Daarna geeft Benyamin een nadere toelichting op het project met name over de activiteiten van de coöperatie, waarna nog een aantal vragen worden beantwoord.
Dan is het de beurt aan Henny Bos die de voorzitter van Rotary Yerevan de Nieuwsbrief aanbiedt alsmede een paar klompjes. Als klap op de vuurpijl trekt hij zijn eigen klompen uit en zet deze op tafel met de mededeling dat ze deze bij een veiling mogen verkopen voor tenminste € 1000. Op zijn sokken gaat hij terug.
Tussen Rotary Clubs is het de plechtige gewoonte om vaantjes uit te wisselen hetgeen door Cees Zuiderwijk namens de club wordt gedaan. Na het maken van een groepsfoto op de trappen van het hotel en een ludieke foto van de voorzitter samen met Henny met ieder een klomp aan de voet bij de Rotaryvlag vertrekken we om een heel interessante en gezellige dag af te sluiten met een gezamenlijke maaltijd.
Dag 3
Op de derde dag van onze Armeniëreis zette de bus al vroeg koers richting Sisian, in het zuiden van Armenië. Het was voor het eerst dat we daar een bezoek brachten. Sisian ligt 2017 kilometer van de hoofdstad Jerevan en door het bergachtige parcours is het een reis van bijna vier uur.
Sisian ligt in een schitterende natuurrijke omgeving en daarom wil het stadsbestuur in de regio eco-tourisme tot ontwikkeling brengen. Toerisme is in Armenië de laatste jaren een groeisector geworden.
In 2017 bezochten 2 miljoen toeristen Armenië. Daarvan bezochten er 10.000 het gebied waarin Sisian gelegen is. Het gebied heeft meerdere trekpleisters: kloosters en kerken, een spectaculaire waterval, en de bergachtige omgeving, die mogelijkheden biedt voor verschillende recreatieve en sportieve activiteiten.
Het dorpje Lor, een van de 29 dorpen rondom Sisian, moet de centrale plaats worden van het eco-toerisme-project. Het stadsbestuur wil daar een verblijfsvoorziening bouwen met duurzame houten cottages. Men was al bezig de onverharde toegangsweg naar het dorp te asfalteren.
Op dit moment is de enige activiteit in het dorp landbouw. De bedoeling is om de eco-toeristen gebruik te laten maken van biologische landbouwgebieden uit het gebied zelf.
Burgemeester Sargisyan en zijn team verzorgden in het gemeentehuis een uitstekende presentatie van de plannen en daarna hebben we op locatie een uitgebreide rondleiding gekregen, compleet met een bezoek aan het museum dat is gewijd aan een beroemde Armeense dichter uit het dorp.
Ook kregen we een demonstratie boter karnen en brood bakken op originele Armeense wijze. Het eco-toerismeplan staat nog in de kinderschoenen en zal de komende jaren verder inhoud krijgen.
De ochtend in Sisian begon met de presentatie van drie van de in totaal dertien kredietaanvragen van inwoners die een individueel project willen opzetten.
Verder was er nog een aanvraag voor de aanleg van een waterleiding van 2,5 kilometer om 32 hectare landbouwgrond te bevloeien. Dit project is gericht op 95 huishoudens. Het gaat puur om het materiaal. De aanleg is voor rekening van het stadje zelf, dat inclusief de omringende dorpen 30.000 inwoners telt.
Dag 4, vrijdag 8 juni
Aan één stuk is dit een reis van 3,5 uur maar de terugtocht is in fasen gegaan. Onderweg hebben we een bezoek gebracht aan het kloostercomplex in Noravank dat meer dan 700 jaar oud is. Bij deze ‘toeristische attractie’ was te zien dat steeds meer toeristen uit diverse buitenlanden Armenië weten te vinden als reisbestemming. We zagen daar veel Georgiërs en Duitsers.
Een groot deel van het kloostercomplex is bewaard gebleven en van architectonisch zeer hoog niveau. De ontwerper van het complex, Momik, was een zeer veelzijdig man die behalve architect ook heel begaafd beeldhouwer, schilder en kalligraaf was.
Ook hebben we het kloostercomplex van Khor Virap bezocht. Khor Virap betekent in het Armeens diepe put. In Khor Virap zat Gregorius de Verlichter dertien jaar gevangen in een ondergrondse kerker waarop later het klooster van Khor Virap is gebouwd.
Je kunt als toerist in een van de gebouwen langs een smalle ijzeren trap nederdalen in een donkere kerker die overeenkomt met de ruimte waarin Gregorius destijds gevangen werd gehouden. Hij bleef slechts in leven omdat een vrouw hem regelmatig stiekem van brood en water voorzag.
Deze Gregorius was christen en weigerde daarom aan het eind van de derde eeuw mee te doen aan de verering van de godin Anahit. Daarom werd hij door Koning Tiridates de Vierde – voor wie hij werkte als secretaris- gemarteld en gevangen gezet in een kerker. Als straf van God werd Koning Tiridates krankzinnig. Een prinses kwam op het idee om Gregorius te vragen Tiridates te genezen. Gregorius bad voor de koning en die kwam weer bij zijn volle verstand.
Tiridates was zo onder de indruk dat hij meteen het christelijke geloof aannam. Vervolgens werd het hele Armeens volk christelijk. Zo werd Armenië in het jaar 301 het eerste land ter wereld dat het christendom als staatsgodsdienst aannam. Nog altijd is Armenië een christelijk land en zijn bijna alle Armeniërs christen.
De Armeense Apostolische kerk is een aparte kerk met aan het hoofd de catholicos. Je zou kunnen zeggen: dat is de paus van de Armeense kerk. De paus van Rome is in 2001 op bezoek geweest in Armenië om het 1700-jarig bestaan van de Armeens Apostolische kerk te vieren.
Het was vandaag druk in de kerker waar ook flink wat Japanners in afdaalden en natuurlijk ook de Pijnackerse Armeniëgangers. Je moet toch even het Gregoriusgevoel krijgen daar beneden in dat donkere hol.
Khor Virap ligt vlak bij de grens met Turkije. Je ziet vanaf het complex de uitkijkposten staan en ziet ook de minaret van een moskee. Een van onze reisgenoten meende zelfs in de verte een oproep tot gebed te horen.
Vanaf deze plek heb je ook pontificaal zicht op de berg Ararat die honderd jaar geleden bij de oorlog met Turkije verloren is gegaan als Armeens ‘bezit’. Het doet de Armeniërs tot op de dag van vandaag pijn dat deze berg – waar Noach met zijn ark nog tegenop gevaren zou zijn – niet meer in Armenië ligt. De internationale politiek, met name Rusland cq de Sovjet Unie, heeft na de Eerste Wereldoorlog West-Armenië aan Turkije gegeven. De Armeniërs zijn daar nog steeds boos over en strijden nog altijd voor de erkenning dat de Turken zich destijds hebben schuldig gemaakt aan genocide, volkerenmoord dus.
Er pakten zich aan het eind van de middag al donkere wolken samen boven de Ararat. De regen uit die wolken kwam naar beneden tijdens ons avondbezoek aan de zangeres Ofelia en haar familie in Pokr Vedi, een dorpje vlakbij Khor Virap. Ofelia is vier jaar geleden in Nederland geweest voor een benefietconcert samen met het Pijnackers Mannenkoor. Sindsdien is er een warme band met Ofelia en haar familie. Het bezoek vanavond werd een prachtig Armeens/Hollands verbroederingsfeest met Armeense en Nederlandse gezangen. Met een glaasje Armeense cognac in de hand proostte de schoonvader van Ofelia meerdere malen op vrede en voorspoed!
Morgen gaan we weer richting het noorden, eerst naar Stepanavan en daarna door naar Berdavan waar met Pijnackers geld een cultureel huis helemaal is opgeknapt!
Dag 5, zaterdag 9 juni
Toen de Sovjet Unie ophield en Armenië weer onafhankelijk werd, was de aardbeving van 1988 nog maar een paar jaar geleden gebeurd. Die beving had tot gevolgd dat in bepaalde steden in tien seconden tijd zeventig procent van alle gebouwen in puin lagen. Nog steeds wonen mensen in de ‘tijdelijke’ containers die verrezen. Het worden er wel steeds minder, maar degenen die er nog in wonen, hebben niet meteen uitzicht op een gewone woning.
Onder leiding van sociaal werkster Tamara Grigoryan hebben we in Vanadzor een ‘containergebiedje’ bezocht. We zijn bij vijf families binnen geweest om te ervaren hoe de mensen leven en hun verhalen te aanhoren. Allemaal schrijnende verhalen van mensen met een slechte gezondheid, een lage uitkering, geen mogelijkheid om betaald werk te doen en zeer beroerde leef- en woonomstandigheden.
Er wonen jonge gezinnen, oudere echtparen maar ook alleenstaande vrouwen. Een alleenstaande vrouw van 55 stond niet op het programma maar zij was op de drukte af gekomen en vroeg waarom we niet ook bij haar een kijkje kwamen nemen. Dat hebben we gedaan. De vrouw zat er totaal doorheen. Ze stond er helemaal alleen voor. Een kleinzoon was op negenjarige leeftijd overleden aan leukemie. Zijn vader kon er niet meer tegen en was naar Rusland vertrokken, op zoek naar werk. Sinds zijn vertrek had ze weinig of niets meer van hem vernomen.
De vrouw leeft van een kleine uitkering waarvan ze ook de medicijnen moet betalen vanwege haar diabetes. Ze liet het dak van de container zien. Dat lekte en het zag er allemaal zo gammel uit dat een poging tot reparatie wel eens zou kunnen leiden tot ineenstorting van het onderkomen. Kan de sociale dienst van Vanadzor daar iets aan doen? Niet echt. Er zijn talloze van dit soort armzalige schrijnende situaties en ze hebben de middelen niet voor blijvende oplossingen. We hebben de gezinnen die we hebben bezocht wel wat geld toegestopt waar ze heel dankbaar voor waren, maar een structurele verbetering van de situatie geeft dat niet.
Het is te hopen dat Armenië zich de komende jaren nog verder sociaal-economisch gaat ontwikkelen en dat er dan een eerlijkere verdeling van de welvaart komt. Nu is een klein deel van het land heel rijk en is er aan de andere kant een grote onderklasse. Gelukkig wordt de middenklasse groter en is er sinds kort een nieuwe regering met een nieuwe leider die de corruptie en de vriendjespolitiek te lijf wil gaan.
Corruptie houdt in dat de rijke bovenlaag en de politieke elite samenwerken en elkaar het balletje toespelen, zodat de machthebbers blijven zitten en de rijken niet worden gehinderd om zich nog verder te verrijken. De nieuwe man heeft beloofd het anders te gaan doen en dat heeft in het land tot nieuw elan en nieuwe hoop geleid. Je ziet de mensen ook meer lachen dan in voorgaande jaren. Het moet allemaal nog blijken of het “verrotte systeem” zomaar weg te werken is, maar er is hoop en het was vooral de jeugd die de straat op ging om de oude president weg te krijgen.
Dat het niet allemaal kommer en kwel is, bleek ook toen we even gingen buurten bij een wooncomplex van twaalf appartementen waarin mensen vanuit containers gehuisvest zijn dankzij Little Bridge, Pijnackernaren Helpen Armenië en de Stichting Carolus Gulden in Leiden. De mensen wonen er nu bijna twee jaar en lieten trots hun nieuwe woning zien.
Een stukje verderop in Vanadzor bezochten we een gezin – man, vrouw, twee jongen kinderen – dat ook vanuit een container in een gewone woning is gehuisvest. Een verwarde vrouw had haar eigen container in brand gestoken en daarmee was ook de container van het jong gezin totaal verbrand, inclusief het speelgoed van de kinderen.
Little Bridge had met financiële steun van een Zwitserse organisatie een woning gekocht en helemaal laten opknappen. Dit gezin was de koning te rijk. De na de brand totaal uit het lood geslagen man is nog steeds aan het terugkomen van de traumatische ervaring maar was nu weer aan het werk gegaan als dagloner. Little Bridge steunt dit gezin nog een jaar lang met de kosten van de huishouding.
Vanuit Vanadzor ging de reis naar Berdavan dat bij de grens met Azerbeidzjan ligt. De sfeer tussen Armenië en dit buurland is nog steeds niet best. De beide landen betwisten nog steeds het eigendom over het gebied Karabach. Dat is een Armeense enclave in Azerbeidzjan. We reden door een grensgebied waar een aantal maanden geleden nog werd geschoten vanuit Azerbeidzjan. De situatie was nu veilig.
In Berdavan zouden we een groot openingsfeest beleven met allerlei optredens en een concert in het Cultureel Huis dat helemaal is opgeknapt. Dit feest ging niet door omdat vrijdagavond een vreselijk ongeluk was gebeurd: een chauffeur met vermoedelijk te veel op had een compleet gezin geschept. Met als gevolg: een kind dood, twee ernstig gewond terwijl ook de moeder in het ziekenhuis lag. Als gevolg hiervan was het totale dorp in rouw en ging het feest niet door.
Wel zijn we ingetogen ontvangen en heeft de dorpsleider een rondleiding gegeven door het centrum dat bestaat uit verschillende zalen waar allerlei kunstzinnige en creatieve activiteiten plaatsvinden. Ook de bibliotheek kan nu de boeken weer droog ‘stallen’. Verder is er een theaterzaal met 500 plaatsen die aantrekkingskracht heeft op de hele regio.
Natuurlijk is het dorp heel blij met het Cultureel Huis maar het ongeluk overschaduwde natuurlijk de openingsplechtigheden. Voor het gezin en het overleden kind werd een moment stilte in acht genomen.
En zo kwam nog laat in de avond een einde aan een bijzondere dag.
Dag 6, zondag 10 juni
De zesde en laatste dag van de projectreis 2018 was zondag 10 juni. Dat is grotendeels een rustdag cq een rustige dag geworden. We brachten, terug uit Berdavan, na een twee uur durende donkere busreis over slechte bergwegen, de nacht door in het stadje Dilijan.
Daar bezochten we in de ochtend en kerkdienst van de Armeens Apostolische kerk. Die vond plaats in een klein kerkje. In Armenië hoef je niet de hele twee uur durende dienst te blijven zitten. Je mag tijdens het zingen de kerk in en uit. Er wordt ongelooflijk veel en mooi gezongen tijdens de vieringen en stevig met wierook gewerkt. Sommige van onze reisgenoten vonden het wat te veel van het goede. Maar het was toch weer een heel bijzondere ervaring.
Na de kerkdienst ging de reis naar het Meer van Sevan waar we nog een paar oude kerkjes hebben bekeken. Het was daar bij het op grote hoogte gelegen meer behoorlijk koud en regenachtig. Terug in de hoofdstad Jerevan scheen de zon en was het aangenaam.
We hebben met Maria Goris en Benjamin Aghamalian van Little Bridge de week nog even goed doorgenomen. De zes medereizigers van Rotary Pijnacker-Nootdorp zeiden dat ze een prachtige week hebben gehad met heel veel uiteenlopende ervaringen. Op de eerste dag in Jerevan dachten ze: is dit een ontwikkelingsland? De binnenstad is prachtig. De ene winkel is nog mooier dan de andere en er rijden hele dure auto’s rond. De volgende dagen zagen ze de andere kant van Armenië. De arme kant. Ze raakten steeds meer onder de indruk van de omstandigheden waaronder mensen moeten leven. Met veel elan gaan ze nu een landbouwcoöperatieproject verder uitwerken. Zie het verslag van maandag.
Niet alleen de Rotarymensen maar ook de vertegenwoordigers van Pijnackernaren Helpen Armenië kijken terug op een bijzondere reis waarbij we veel projecten hebben bezocht en veel nieuwe ervaringen opgedaan. Het was daarbij onderling heel gezellig. Er zijn ontzettend veel mooie gesprekken gevoerd binnen en buiten de bus. De sfeer is van begin tot eind fantastisch geweest en er is geen onvertogen woord gevallen. De lach en de traan lagen vaak niet ver uit elkaar.
Het is nu tien kwart over tien zondagavond. Straks om half drie maandagochtend – Armeense tijd – gaan we richting vliegveld. Bedtijd dus!